13 augustus 2019

Design thinking: de holy grail voor complexe vraagstukken!

Design thinking. Denken over design? Mooie plaatjes? Als je de afgelopen jaren niet onder een steen geleefd hebt, besef je dat die beschrijving de term niet helemaal dekt. Dit buzzword heeft iets te maken met het denken als ontwerper. Wat het precies is, en hoe je het gebruikt om jouw bedrijf sterker in zijn schoenen te laten staan? Dat ontdek je hier.

Grote letter X
Grote letter X

Magische formule voor succes

Als er één ding is waar we allemaal wel naar snakken, dan is het wel een heiligegraalformule om complexe vraagstukken op te lossen. Wel, laat dat nu net de kracht zijn van het befaamde ‘design thinking’. Begrijp me niet verkeerd. Het is geen magie die elk project laat slagen. Wat het wél is? Bekijk het eerder als een formule, die je aantoont waar de kern van het probleem ligt, en je indirect leidt naar een innovatieve oplossing.

 

Klinkt interessant, niet? Dat is het ook! Design thinking is het onderwerp van heel wat boeken, wordt onderwezen aan de meest beroemde masteropleidingen en vormt de basis van de mindset van heel wat business consultants. En dat is niet gek, want je krijgt eigenlijk steeds vaker te maken met ingewikkelde, dynamische problemen. De constante evolutie maakt het eigenlijk onmogelijk om stil te blijven staan.

 

Dat geldt nu meer dan ooit. Natuurlijk werkt een conventionele aanpak dan niet meer. Gewoon omdat die veel te lang duurt. Eer je de oplossing gevonden hebt, bestaat de kans dat je het niet eens meer kunt toepassen. Ah nee, want de kern van het probleem heeft zich al verspreid naar een ander niveau. Jammer!

Van hype naar bewezen methode

Gelukkig dacht iemand in 1969 al aan de problemen van vandaag. Toen schreef Herbert A. Simon in zijn artikel ‘sciences of the artificial’ over design thinking. Daar beschreef hij het woord ‘design’ als ‘bestaande omstandigheden transformeren in gewenste omstandigheden’. Samen met een paar collega-wetenschappers legde hij zo de fundamenten voor ‘design thinking’.

 

In de jaren ‘80 kende het begrip een boost. Tim Brown bracht de werkmethode naar een hoger niveau in Silicon Valley. De enorme populariteit is dan ook geen verrassing meer. Maar wat is het nu juist?

 

Het is geen hype, maar een bewezen, probleemoplossende methode om te vernieuwen en te innoveren. Mensgericht en instinctief, om een doordacht creatief proces op gang te brengen voor de toestroom van nieuwe, sterke ideeën. Het gaat dus altijd over een probleem of moeilijkheid, gekoppeld aan het verbeteren van de toekomst.

Het lijkt eenvoudig: samen een paar leuke ideeën verzamelen. Zo simpel is het meestal niet. Design thinking wordt namelijk vooral toegepast om complexe vraagstukken te beantwoorden. Situaties waarbij veel mensen betrokken zijn. Direct en indirect, binnen én buiten de onderneming.

 

Daar begint alles dan ook bij: het verzamelen van alle belangen van de stakeholders, en op zoek gaan naar toegevoegde waarde. Zo creëert design thinking duurzame oplossingen die gegarandeerd slagen. Het proces? Dat verloopt in vijf stappen.

Het proces: in vijf stappen naar de ideale oplossing

1. Empathize: onderzoek je stakeholders

Beginnen doen we bij het begin. En dat heeft alles te maken met het begrijpen van de menselijke behoefte. Niet zomaar ‘mensen’, maar de mensen die voor jouw bedrijf relevant zijn. Dat is in de eerste plaats de gebruiker van je product of dienst, maar ook bepaalde opdrachtgevers, medewerkers en alle andere stakeholders. Die stakeholders breng je eerst in kaart. Dat kan ook met een empathy map, waarin je de pains & gains van die stakeholders samenvat.

 

De focus ligt op het verzamelen van zoveel mogelijk informatie, zodat je het probleem scherp kan definiëren. De doelstelling is namelijk om via de doelgroep inzicht te krijgen in het probleem. Vanwaar komt het? Hoe is het ontstaan? Wanneer? En waarom is het zo complex? Daarvoor is er veldonderzoek nodig. In de vorm van een enquête, interviews of zelfs een focusgroep.

2. Define: beschrijf de probleemstelling

Eens je weet hoe je doelgroep erover denkt is het tijd om het probleem verder aan te pakken. De eerste opdracht? De probleemstelling eenduidig & kernachtig definiëren op basis van alle informatie die je uit fase 1 gehaald hebt. Eigenlijk is dat al het halve werk. Eens je een écht goede stelling hebt, weet je automatisch wat het daadwerkelijke probleem is dat je moet oplossen.

 

“It’s not the customer’s job to know what they want”
Steve Jobs

3. Ideate: brainstorm erop los

Die oplossing komt niet vanzelf aangevlogen. Jammer, hé? Je zal een brainstormsessie moeten organiseren om ideeën te genereren. Intern, met je eigen team, maar zeker ook met outsiders én een paar van je ideale klanten. Alles is mogelijk, zolang het maar past binnen de probleemstelling.

 

Ook sterke concepten uit het verleden, of inspiratie van andere sectoren zijn meer dan welkom. Je kan namelijk verderbouwen op bepaalde processen en principes die eerder al succesvol gebleken zijn voor anderen. Er zijn verschillende methoden om zo’n creatief proces op te starten. Denk eraan: in deze fase gaat het niet om de kwaliteit, maar om de kwantiteit. Hoe meer ideeën je hebt, hoe sterker je eindconcept kan worden. Pas nadat je de massa verzameld hebt, kan je verder met een paar finale voorstellen.

4. Prototype: de eerste versie

Tijd om alles op een rijtje te zetten: hoe zit het met de voor- en nadelen van al die ideeën? De slaagkansen? Breng alle data samen tot één geheel. Combineer, integreer en neem afscheid.  Gelukt? Dan is het tijd om een prototype te maken op basis van de meest veelbelovende samenstellingen.
Dat is een goedkope en vereenvoudigde versie van de oplossing zoals je hem voor ogen hebt. Dit moet je kunnen uitwerken met een minimale investering van tijd en geld. Het is dan ook maar een testversie, die je later nog optimaliseert naar de finale oplossing.

5. Test: experimenteren à volonté

Et finalement: tijd voor actie! Nu je prototype af is, kan je het onderwerpen aan de échte proef. Laat je team er gebruik van maken, maar stuur het ook naar de eindgebruiker. Doe dit in een experimentele opzet. Test het prototype stuk per stuk, fase per fase, door verschillende versies tegenover elkaar te zetten. Zo kom je het snelst achter beperkingen én bekom je het best alle mogelijke pistes om de finale oplossing vorm te geven.

 

In deze fase breng je jouw product samen met de gebruiker. Enkel zo leer je hoe ze ermee omgaan, wat ze denken en voelen wanneer ze ermee in aanraking komen. Dat is een interactief proces. Je zal namelijk enkele testrondes nodig hebben om alles te testen. Pas daarna kan je verder met de finale ontwikkeling, en ben je klaar om te scoren.

Design thinking is a feeling

En, voel je het al? Zo’n design thinking process zet dingen écht in gang. Het lijkt misschien moeilijk wanneer je ermee van start gaat, maar wordt een heerlijke routine eens je erin rolt. We zijn er zeker van dat Steve Jobs trots zou zijn op jou. Een geniale man, en een rasechte design thinker. Hij leefde zich in de gebruikers in, en dacht puur vanuit hun mindset en behoeften. Gebruiksvriendelijkheid als totaalbeleving hebben mede door hem een mooie plaats gekregen in onze way of working van vandaag. Een way of working waar wij maar al te graag onze slag mee slaan. Are you in?

Vorige
Volgende